Duidelijkheid omtrent de berekening van de sociale bijdragen voor zelfstandigen

We maakten er al melding van: vanaf 1/1/2015 wijzigen de berekeningsregels voor de sociale bijdragen van de zelfstandigen.

 

Vandaag worden deze bijdragen berekend op het (geherwaardeerde) beroepsinkomen van drie jaar eerder. De bijdragen die u in 2013 betaalt (en per kwartaal worden aangerekend), zijn dus berekend in functie van uw inkomen van 2010.

 

Voor zij die het willen weten: deze berekening bestaat al meer dan 30 jaar en gaat terug naar het feit dat het voor enige jaren inderdaad tot 3 jaar duurde alvorens het sociaal verzekeringsfonds uw beroepsinkomen kende (via info vanuit de fiscale administratie). Vandaag kan dit allemaal veel sneller, en dus is het inderdaad logisch dat de wetgever eindelijk werk maakte van een nauwere aansluiting tussen de berekeningsbasis en de betaling van de bijdragen.

 

Vanaf 1/1/2015 is het zover. Vanaf dat jaar betaalt u sociale bijdragen in functie van uw inkomen van dat jaar. Kort geschetst betaalt u een voorlopige bijdrage gedurende het jaar en zal u in het nvolgende jaar een rechtzetting ontvangen (of teruggestort krijgen indien u te veel betaalde).

 

Voor zij die zich nog de eerste drie jaren van hun zelfstandige activiteit herinneren (met daarin ook voorlopige bijdragen en regularisaties)… deze werkwijze zal de standaard worden.

 

Wat is er voor u belangrijk?

Een (para)fiscale tip: aangezien de bijdragen vanaf 1/1/2015 berekend worden op het jaar zelf zullen er geen berekeningen gemaakt worden over de jaren 2012, 2013 en 2014. Over deze drie jaren betaalt u dus geen sociale bijdragen.

 

Dit wil zeggen dat het moment daar is om het loon te verhogen, een éénmalige bonus uit te keren of om werk te maken van een inbreng van uw éénmanszaak in een vennootschap (u betaalt wel personenbelasting op een mogelijk hoge gerealiseerde meerwaarde, maar geen sociale bijdragen).

 

Addertje onder het gras

België zou België niet zijn als er geen addertje onder het gras zou zitten.

 

Vanaf 1/1/2015 worden uw sociale bijdragen immers wel berekend op het inkomen van dat jaar, maar de eerste betalingsvoorstellen die u krijgt zijn nog wel steeds gebaseerd op het inkomen van drie jaar voordien.

 

In een ideale wereld zou u steeds deze betalingsvoorstellen kunnen aanpassen, alleen wringt daar nu het schoentje.

 

Een aanpassing naar boven (uw inkomen is gestegen en u wenst dan ook meer vooraf te betalen) is altijd mogelijk. Daarvoor moet u zelfs geen procedure volgen, een simpel telefoontje volstaat.

 

Maar wat als uw inkomen gedaald is ten overstaan van drie jaar voordien? Het zou logisch zijn moest men dan de mogelijkheid hebben om de voorschotten neerwaarts te herzien. Edoch, zie daar de graaizucht van de staat.

 

Een aanpassing naar beneden kan enkel indien het geraamd inkomen lager is dan +/- 25.600 euro. Dit lagere inkomen zal u bovendien moeten kunnen aantonen aan de hand van objectieve gegevens. Indien het inkomen niet lager is dan 25.600 zal u gedwongen worden de berekende voorschotten te betalen en zal u mogelijk een jaar (misschien 2 jaar) later een aanzienlijke teruggave ontvangen, uiteraard zonder intresten. Of hoe de staat alsnog in uw zakken zit…

 

Een voorbeeldje

U bent bedrijfsleider in een vennootschap en ontvangt een jaarlijks loon van 36.000 euro. Dit jaar keert u zichzelf een éénmalige bonus uit van 30.000 euro. Er worden immers over de inkomsten van dit jaar geen sociale bijdragen meer berekend. Totaal ontvangen loon in 2013 = 66.000 euro.

 

In 2016 moet u conform de nieuwe regeling sociale bijdragen betalen over het inkomen van 2016. U verdient dat jaar 36.000 euro (het normale loon). U bent dus voor dat jaar ongeveer 7.900 euro bijdragen verschuldigd (+/- 22%).

 

Evenwel zal het sociaal verzekeringsfonds u per kwartaal 3.600 euro laten betalen (op jaarbasis 14.000 euro, zijnde 22% van het inkomen van drie jaar voorheen). U betaalt dus in 2016 6.100 euro teveel sociale bijdragen. Deze worden u teruggestort eind 2017 of begin 2018.

 

U kan de bijdragen niet laten dalen, omdat het geraamde jaarinkomen meer dan 25.600 euro bedraagt.

 

Tip

De beste tip blijft: laat u begeleiden door uw accountant.

 

In het voorgaande voorbeeld zullen we bij voorbeeld aanraden om gedurende één of twee jaren het normale jaarinkomen te laten dalen van 36.000 naar 25.000. Zo kan u wel uw bijdragen laten wijzigen en betaalt u niet teveel.

 

In combinatie met een passende dividendpolitiek, al dan niet gekoppeld aan de nieuwe toepassing van de verlaagde roerende voorheffing op dividenden, is dit zeker een te bekijken piste!

Meer info nodig? Contacteer ons gerust!