To bike or not to bike…

We verwijzen even naar een vorig blogbericht (opgelet: de bewijslast ligt bij u); een vaak voorkomende vraag is hoe het nu juist zit met fietsen laten aankopen door de vennootschap.

Momenteel geldt een vrij ‘lakse’ houding van de controlerende overheid tov de aankoop van een stadsfiets door de vennootschap, die dan ter beschikking wordt gesteld van de bestuurder. De circulaire die hierover handelt, meldt dat er geen voordeel alle aard hoeft toegekend te worden in hoofde van de bedrijfsleider, in de mate dat de fiets regelmatig wordt gebruikt voor het woon-werkverkeer. Dat er naast het woon-werkverkeer ook recreatief gebruik wordt gemaakt van de fiets speelt geen rol. Uiteraard stelt een beroepsmatig gebruik geen enkel probleem – in de mate dat u de fiets voor beroepsmatige verplaatsingen gebruikt, kan zelfs de BTW deels worden gerecupereerd. Bewijs van beroepsmatige verplaatsingen moeten door u bewezen worden!

Let op: het regelmatig gebruik voor woon-werkverkeer of beroep is een bewijslast die rust op de belastingplichtige. Ik adviseer om gebruik te maken van één van de vele gratis sportapps die fietsroutes tracken. Zo heb je steeds bewijsmateriaal voorhanden.

Waar loopt het dan fout…

  • Dure sportfietsen

Controleurs zijn minder geneigd aan te nemen dat u een fiets voor woon-werkverkeer gebruikt indien het een erg dure koers- of mountainbike is. Zeker in deze gevallen zou ik voorzien ik overtuigend bewijs van het woon-werkverkeer (de sport-app-tracker). Ook de aard van het werk, en wat het woon-werkverkeer inhoudt, zorgt soms voor wenkbrauwen-gefrons bij de controleur. Een freelance IT’er zonder vaste plaats van tewerkstelling kan de fiets immers enkel beroepsmatig inbrengen voor de beroepskilometers – en ook hier stelt zich een bewijsprobleem (logboek bijhouden / trackingapp installeren)

  • Meerdere fietsen

Helemaal te gek wordt het als er twee fietsen worden gekocht op de vennootschap. Zorg in dit geval voor sluitend en afdoend bewijs van het gebruik van beide fietsen (waarvoor wordt welke fiets gebruikt). Een voorbeeld van terechte aankoop; een sportfiets voor het woon-werkverkeer van de woonplaats van de bestuurder in Putte naar zijn magazijn in Aarschot. Daarnaast kocht de vennootschap een ‘goedkope’ elektrische stadsfiets die ze meenam in de camionette voor kleine leveringen die ze verrichtte in Brussel of Antwerpen. Ze reden dan met de lichte vracht naar de randparking, en fietste van daaruit verder naar de klant.

In het voorgaande voorbeeld kan ik niet genoeg benadrukken dat er bewijs moet geleverd worden voor deze werkwijze. Een controleur wordt betaald om u niet op uw woord te geloven!

Tot slot, voor een mogelijke tweede fiets geldt de vrijstelling van het voordeel alle aard niet meer. Hier moet dus een belastbaar voordeel alle aard worden aangegeven voor elke privékilometer die met de fiets wordt gereden!

Ivm accessoires: die zijn ook aftrekbaar zonder een te weerhouden voordeel van alle aard, maar ook hier te lezen in de richtlijnen van de fiscus dat dit rechtstreeks verband moet houden met woonwerk- of beroepsverkeer. In praktijk merk ik geen problemen voor helmen,  hesjes, waterdichte jekkers; maar wel veel miserie voor alles wat met MTB-materiaal te maken heeft (fietshandschoenen, beschermende schoenen, klikpedalen, …)

Te onthouden:

Even kort door de bocht: zolang de fiets voldoet aan omschrijving van ‘normale stadsfiets & accessoires’, geen probleem; van zodra fiets meer begint weg te hebben van sportfiets/MTB, wel miserie.