Schijnzelfstandigheid zwaarder aangepakt

In het verleden werd schijnzelfstandigheid geval per geval beoordeeld, waarbij voornamelijk de gezagsrelatie een rol speelde (is er sprake van een “baas”).

Vanaf 2013 wordt er echter voor bepaalde sectoren gewerkt met een aftoetslijst (bouw, bewaking, vervoer en schoonmaak). Van zodra er aan 5 van de 9 punten niet voldaan wordt, is er een vermoeden van gezagsrelatie.

  1. Financieel en economisch risico (eigen kapitaal, eigen investeringen, deelname in de winsten)
  2. Beslissingsmacht over financiële middelen (eigen financieel beleid voeren)
  3. Beslissingsmacht over aankoopbeleid
  4. Beslissingsmacht over prijsbeleid
  5. Ontstentenis van een resultaatsverbintenis (zeg maar delen in risico van de uitgevoerde arbeid)
  6. Garantie op een vaste vergoeding
  7. Ontstentenis van eigen werknemers (geen eigen werknemers in dienst)
  8. Het zich niet voordoen als een onderneming t.o.v. derden (of hoofdzakelijk voor één opdrachtgever werken)
  9. Geen eigen lokalen, geen eigen materialen

Ondanks dat deze lijst enkel een weerlegbaar vermoeden oplevert in de 4 genoemde sectoren, spreekt het voor zich dat rechtbanken ook bij andere sectoren bij twijfels omtrent zelfstandigheid deze criteria zullen aftoetsen. Teneinde niet met schijnzelfstandigheid te maken te krijgen, lijkt het ons dus opportuun om voor uw eigen firma deze punten eens kritisch te evalueren.