De rijkentaks…

“Rijken kiezen voor anonimiteit”, zo titelt de standaard heden een artikel dat ons leert dat het merendeel van de vermogenden ervoor opteert om de 4% rijkentaks te betalen op hun roerend inkomen, waardoor hun anonimiteit gewaarborgd blijft.

Laat ons kort even de huidige wetgeving bekijken. Tot eind 2011 werden de meeste roerende inkomsten (intresten en sommige dividenden) belast aan 15%. Deze 15% werd meestal aan de bron ingehouden door de uitbetaler (hetzij een vennootschap, hetzij een bankinstelling, …). Indien de 15% niet werd ingehouden bij de bron (bij voorbeeld indien het inkomen uit het buitenland kwam en niet langs een Belgische bank passeerde), moest men het inkomen vermelden in de aangifte personenbelasting. Er werd dan 15% belasting over geheven (in dit geval ook nog te verhogen met gemeentebelastingen).

Heel concreet kwam dit neer dat de meeste intresten of dividenden niet moesten aangegeven worden in de personenbelasting.

Vanaf 1/1/2012 gelden er andere regels. Ten eerste werd het tarief van 15% verhoogd naar een standaardtarief van 21%. Van zodra het roerende inkomen meer dan 20.020 euro bedraagt (voor inkomstenjaar 2012), dan moet over het inkomen dat deze grens overschrijdt, 25% belasting betaald worden. Aangezien er reeds 21% werd ingehouden bij uitkering, moet er dus nog 4% bijbetaald worden. Maar belangrijker: voortaan moeten bijna alle roerende inkomsten wel worden aangegeven in de aangifte personenbelasting. De belastingen krijgen dus een zeer goed zicht op het vermogen van een belastingplichtige. We merken trouwens dat men meer en meer evolueert naar een situatie waarbij de controleurs van de inkomstenbelasting een volledig zicht krijgen op het vermogen van de belastingplichtige via koppeling van allerhande databanken (RSZ, kadaster, auto-inschrijvingen, …).

De wetgever heeft echter een opening gelaten om het vermogen anoniem te houden, en dit door niet alleen 21% roerende voorheffing te betalen, maar ook een extra taks van 4%. Wie deze extra taks betaalt, hoeft zijn ontvangen intresten of dividenden niet aan te geven in zijn aangifte personenbelasting.

Het artikel in de standaard laat ons dus heden weten dat nogal wat rijkere personen deze laatste optie verkiezen. De angst dat de overheid bezig is met het opbouwen van een vermogenskadaster ligt daarbij waarschijnlijk aan de grondslag. Immers, van vermogenskadaster naar vermogensbelasting is maar een kleine stap.

Toch een kleine kanttekening: het toepassen van de extra 4% kan ook bekeken worden vanuit een eerder pragmatische benadering. Zo adviseren wij onze klanten om de 4% extra te laten inhouden omwille van 3 redenen. Men vermijdt mogelijke toeslagen bij de personenbelasting (indien men de grens toch zou overschrijden), men kan de keuze om al dan niet aan te geven uitstellen tot 2013 (wanneer de aangifte personenbelasting moet ingediend worden), en tot slot, de 4% kan worden teruggevorderd via de aangifte personenbelasting indien ze niet verschuldigd zou zijn. Met de inhouding vandaag van 4% extra, houdt u dus eigenlijk alle opties nog open. Misschien is dit ook één van de redenen waarom de rijkentaks zo succesvol blijkt te zijn?